Algemene degustatie - zaterdag 25 juni 2011
(flyer: klik hier)
Toverhekske (5,9 %) - Walrave, Laarne

De meesten hebben waarschijnlijk nog nooit van brouwerij Walrave gehoord. Verwonderlijk is dat niet, want tot voor 2006 brouwde deze brouwerij uitsluitend één enkel bier: een pils, de Pick-Up.
Brouwerij Walrave is gevestigd in de Belgische gemeente Laarne en werd gesticht in 1862. In dat jaar verkreeg Auguste Walrave, toenmalig burgemeester van Laarne (van 1843 tot 1888) verkreeg toestemming om op zijn erf achter de hofstede een bierbrouwerij op te richten met de naam "Den Anker". Deze hofstede was vroeger eigendom van Guillaume Van der Moere, griffier van de parochie en baronie van Laarne, die het had aangekocht in 1742. In september 1862 werd met de productie van een bruin bier gestart. Er komt een stoommaalderij bij, en in 1870 wordt de huidige woning, in de volksmond ook het kasteeltje genoemd, opgetrokken tussen de oude hofstede en de brouwerij. In 1873 komt Auguste’s zoon Urbain Walrave aan het hoofd van de brouwerij te staan. Ook Urbain is burgemeester van Laarne, tot 1903. Met Jozef Walrave diende zich in 1919 de derde generatie van de brouwersfamilie aan. Traditiegetrouw wordt ook Jozef burgemeester van Laarne, van 1946 tot 1964. Onder het bewind van Jozef wordt er in 1937 overgeschakeld op de productie van een pils met de naam "Pick Up", dat nu dus nog steeds wordt gebrouwen. Het brouwerijgebouw en de uitrusting werd daartoe aangepast met onder andere de bouw van lagerkelders. In 1949 nam zoon Luc Walrave de brouwerij over. Nu is de kleine ambachtelijke brouwerij, met de vijfde generatie Walrave, nog één van de weinige overblijvende in Vlaanderen waarvan de productie strikt beperkt blijft tot een lokaal afzetgebied in eigen cafés binnen Laarne en naburige gemeenten. Buiten Laarne zal men de Pick-Up pils niet tegenkomen. De productie is zo kleinschalig dat de eigen cafés zelfs op voorhand moeten melden hoeveel ze zullen nodig hebben. Het brouwen gebeurt dan op bestelling.

Van zo’n kleinschalige brouwerij, die al meer dan 70 jaar slechts 1 bier produceerde, was het dan ook erg verwonderlijk toen ze in 2006 opeens met een nieuw bier op de proppen kwamen. Toverhekske is het tweede bier van de brouwerij, en wordt gebrouwen voor de Heksengilde “Laarne en Kalken” die in 2004 werd opgericht en die vooral als doel had om het Heksenjaar van 2007 voor te bereiden. Toen was het namelijk 400 jaar geleden dat er in Laarne zes vermeende heksen werden berecht. Vier van hen belandden op de vuurstapel in 1607.
La Trouffette Belle d’été (6 %) - Brasserie de Bastogne, Vaux-sur-Sûre

Brasserie de Bastogne is een relatief nieuwe brouwerij die het levenslicht zag in december 2008. Voordien was Brasserie de Bastogne wel reeds actief als bierfirma, die hun bieren liet brouwen bij Brasserie de Rulles. Het gebeurt niet zo vaak, maar sommige bierfirma’s slagen er toch in om door te groeien naar brouwerij, en dit was ook het geval voor Brasserie de Bastogne.
Philippe Minne, burgerlijk ingenieur en brouwmeester, en zijn vrouw Catherine die het commerciële en administratieve gedeelte van het bedrijf beheert, zijn de drijvende krachten achter de brouwerij. Een derde vennoot, landbouwer Philippe Meurisse, stelt de lokatie binnen zijn hoeve ter beschikking, in een klein gehucht tussen Vaux-sur-Sûre en deelgemeente Sibret. De brouwinstallatie met een capaciteit van 10 hectoliter (1.000 liter) is eigenlijk de voormalige brouwinstallatie van Brasserie La Rulles, waar Bastogne voordien als bierfirma actief was.
La Trouffette Blonde was het eerste bier dat geproduceerd werd. Nadien kwamen daar de Brune en de Rousse bij. In maart 2010 was Brasserie de Bastogne aanwezig met deze nieuwe bieren op het Zythos Bier Festival (ZBF). De bieren vielen toen erg in de smaak van de bezoekers. De bieren zijn alleen beschikbaar in 75 cl flessen, en lokaal ook op vat, maar niet in kleine flesjes.

De brouwerij produceert ook twee seizoensbieren: Belle d’été voor de zomer, en Givrée voor de winter. La Trouffette Belle d’été, is een van nature troebel bier met een droge bitterheid en fruitige sinaassmaak. Het is hun seizoensbier dat naar de zomer toe beschikbaar is. Alle bieren dragen de naam Trouffette, genoemd naar het folkloristisch personage ‘Trouffet’ dat ook op het etiket afgebeeld is, en door de folkloristische groep “Géants de Bastogne” tijdens het karnaval wordt opgevoerd.
Monk’s Stout (5,2 %) - Dupont, Tourpes

Brouwerij Dupont is gelegen in Tourpes (Leuze-en-Hainaut), in het centrum van westelijk Henegouwen. De brouwerij is gelokaliseerd in een oude hoeve-brouwerij waarvan de roots teruggaan tot 1759.
In 1920 overweegt Louis Dupont, landbouwkundige, de aankoop van een hoeve in Canada. Maar dat is buiten zijn vader Alfred Dupont gerekend. Om te beletten dat zijn zoon naar Canada emigreert, koopt hij voor zijn zoon de hoeve-brouwerij François Rimaux-Deridder, die dateert uit 1759, samen met 10 cafés. Brouwerij Rimaux was toen al gespecialiseerd in Saison en een honingbier Bière de Miel.
Sindsdien is de brouwerij steeds een onafhankelijk familiebedrijf gebleven. Het huwelijk van Louis bleef kinderloos, zodat de leiding van de brouwerij overgaat naar zijn neef Sylva Rosier, en in 1964 naar zijn zoon Marc. Sinds 2002 heeft Olivier Dedeycker, als opvolger van zijn oom Marc, de roerstok overgenomen aan het hoofd van de brouwerij, wat betekent dat nu de vierde generatie van deze brouwersfamilie de zaken beheert.
De brouwerij is gespecialiseerd in de produktie van hoge gistingsbieren met nagisting in de fles. De bieren Moinette, Saison Dupont en Avec Les Bons Voeux zijn al lang geen onbekenden meer.
Sinds 1990 wordt een deel van de productie gebrouwen onder een biologisch label. Hun biologische bieren zijn onder andere Biolégère, Bière de miel, Moinette biologique en Saison biologique.
De productie van de brouwerij steeg de laatste decennia van 4.000 hectoliter (400.000 liter) in 1986 naar 14.000 hectoliter (1.400.000) in 2011, mede dankzij de export naar het buitenland die zo’n 40% van de totale productie afneemt.
Brouwerij Dupont heeft ook een kaasmakerij met 3 harde kazen (Moinette jeune, Moinette vieux en Moinette met hop en mout), een zachte kaas waarvan de korst gewassen wordt in Moinette, en een kaas met Saison Dupont. Bovendien is er ook een ambachtelijke bakkerij waar brood wordt gebakken met de draf van het bier.

Monk’s Stout is een nieuw bier, en ook weer niet. Het werd voorgesteld op de Horecabeurs in Gent eind vorig jaar. Nu Dupont over extra gistingstanks (en dus meer brouwcapaciteit) beschikt, is er plaats voor nieuwe creaties. Met Monk’s Stout doet brouwmeester Olivier Dedeycker een oud bier uit de jaren ’50 herleven. Monk’s Stout is een bier dat zijn grootvader Sylva in de jaren ’50 brouwde. Als eerbetoon werden zowel de naam als het etiket uit die tijd behouden.
Manten (6 %) - Gulden Spoor, Gullegem
De website van brouwerij Het Gulden Spoor moet je nog altijd zoeken onder hun oude naam ’t Brouwkot. Het is onder deze naam, ’t Brouwkot, dat Kim Olievier en Björn Desmadryl van start gaan in 2003, in een gerenoveerde schuur. De brouwcapaciteit bedraagt dan 4,2 hectoliter (420 liter) per brouwsel. Hun eerste bieren zijn Netebuk, Manten en Kalle. In 2009 wordt de brouwerij uitgebreid. De eigenaars van herberg-restaurant Het Rusteel in Gullegem, Peter en Kathleen Koopman, stappen mee in de brouwerij en er vindt een naamswijziging plaats: ’t Brouwkot wordt Het Gulden Spoor. Er wordt een nieuwe brouwinstallatie aangekocht in Villeneuve aan het meer van Genève in Zwitserland. Deze brouwinstallatie stond er reeds een 5-tal jaar, maar was slechts een 10-tal keer gebruikt. Toen de brouwers in Zwitserland waren aangekomen, bleek het bedrijf echter afgesloten te zijn door de politie, wegens een brand die er had gewoed. De brouwinstallatie was beschadigd, maar de brouwinstallatie-constructeur CoEnCo uit Oostkamp kon de installatie volledig terug opknappen. De brouwcapaciteit werd opgetrokken tot 10 hectoliter (1.000 liter) per batch, wat een totaalproductie van 1500 hectoliter (150.000 liter) per jaar zou kunnen betekenen, als er full time zou worden gebrouwen. Momenteel wordt er ongeveer 2 à 3x per maand gebrouwen.
Vroeger waren de bieren alleen beschikbaar in 75 cl-flessen, met een papieren wikkel, maar de laatste tijd zijn deze ook op 33-cl fles te verkrijgen.

Manten is de helft van het koppel Manten en Kalle, de uurslagers die op de oostzijde van de torenspits van het belfort in Kortrijk staan. Het oorspronkelijke beeldje van Manten werd in 1382 na de slag van Westrozebeke ontvoerd naar de Franse stad Dijon, waar het nu nog steeds op de Onze-Lieve-Vrouwekerk staat.
Het is een dubbel volmout bruin bier van slechts 6%. Het bevat geen kruiden.
Pater (6 %) - Scheldebrouwerij, Meer; gebrouwen voor De Lelie, Vosselaar

Ruim 55 jaar geleden werd de laatste pint getapt en ging de plaatselijke brouwerij De Lelie in Vosselaar dicht. De Lelie bracht streekbieren zoals Pater, Paus en Extra Blond op de markt. In 1952 verdween de brouwerij en met haar stierven ook de speciale bieren een stille dood. Omdat men de vroegere traditie van het bier brouwen in Vosselaar, niet wilde laten verloren gaan, hebben de Heemkundige Kring Adriaan Ghijs, Fanfare De Ware Vrienden, Unizo en enkele bierliefhebbers,  het initiatief genomen om Brouwerij “De Lelie” nieuw leven in te blazen. Hiervoor hebben zij zich verenigd in een vzw. Met de steun van de Cultuurraad van Vosselaar, heeft de vzw enkele van de bieren van Brouwerij “De Lelie”, PAUS en PATER, opnieuw laten brouwen. Hiervoor werd beroep gedaan op De Scheldebrouwerij uit Meer, en werd zoveel mogelijk rekening gehouden met de originele kenmerken van het bier en de toenmalige tijdsgeest. De originele recepten werden zo goed als mogelijk gevolgd.

Korte geschiedenis van de vroegere brouwerij De Lelie: Brouwerij “De Lelie” werd in 1907 opgericht door Florimond De Jongh (1871-1945), in Vosselaar beter bekend als “Monneke van den brouwer”. De naam “De Lelie” komt waarschijnlijk van het beeld op het marktplein dat vroeger een lelie in de hand had. De Eerste Wereldoorlog was voor de brouwnijverheid in België fataal. De bezetter controleerde zowel gerstbevoorrading als productie en in de loop van de oorlog werden, omwille van het koper, brouwuitrustingen aangeslagen.
Jan Dresselaers vernam dit omstreeks 1920. Hij was geboren in Booischot in 1881 en had de brouwersstiel geleerd bij zijn nonkel Isidoor die brouwer was in het kasteel van Westmeerbeek. In 1922 nam Jan Dresselaers brouwerij “De Lelie” over. Dit gebeurde met de financiële steun van zijn schoonvader. Vandaar dat we op de oudere etiketten onder de naam “De Lelie” ook de initialen “D&W” of “Dresselaers en Wouters” kunnen lezen.
Naam en faam van de onderneming groeiden en op het einde van jaren ’20 telde de brouwerij een vijftiental personeelsleden. Er werden meerdere bieren op de markt gebracht, allemaal van hoge gisting. Het meest bekende bier was “Pater” maar op de etiketten lezen we ook andere namen als: “Bruin”, “Dubbel Gersten”, “Ouwe Bruin”, “Dubbel Lelie”, “Special”, “Extra Blond” en “Paus”.
Vanaf 1935 liet Jan stilaan het brouwen over aan zijn zoon René. Maar Wereldoorlog II strooide roet in de brouwersketel. Zoon René werd in 1937 opgeroepen voor zijn militaire dienst. Nadien werd hij gemobiliseerd en was hij krijgsgevangen. De nodige grondstoffen waren niet meer voorradig en de kwaliteit van het bier ging onherroepelijk achteruit. Ook na de oorlog bleef het nog lang moeilijk om zuivere basisproducten te bemachtigen. René combineerde nog enkele jaren het brouwen met een nieuw opgerichte kledingzaak in de Gasthuisstraat in Turnhout maar uiteindelijk werd in 1952 de productie stopgezet.

Pater was samen met Paus het tweede succesbier van de oorspronkelijke brouwerij. Het was een donker zacht-zoet bier met een lager alcoholpercentage dan de Paus, en was in Vosselaar vroeger ook gekend als het “donkere Leliënbier”. De nieuwe Pater die bij de Scheldebrouwerij wordt geproduceerd is gebrouwen naar het oude recept. Het is een donker bier op basis van geroosterde karamelmout, kandijsuiker en aromatische hop. Het heeft een zacht-zoete volmondige moutsmaak en een zachte, licht hoppige afdronk.
Gentse Strop (6,9 %) - Roman, Oudenaarde
Al meer dan 4 eeuwen lang herbergt Mater, ten oosten van Oudenaarde, de brouwersfamilie Roman, die steeds de brouwerstraditie van vader op zoon heeft overgedragen. Officieel begon de geschiedenis van de brouwerij in het jaar 1545. Langs de handelsroute tussen Duitsland en Frankrijk lag afspanning “De Clocke”, waar reizigers konden uitrusten en overnachten. Ze konden er ook hun paarden uitspannen, stallen en eventueel verwisselen. Deze afspanning bestond uit een herberg, boerderij, maalderij, mouterij en uiteraard ook een brouwerij. Joos Roman, de baljuw van de streek, beheerde de afspanning en was zo de pater familias van het brouwersgeslacht Roman die twaalf generaties later nog steeds in handen is van de opvolgers in rechte lijn. Het bedrijf kende een opvallende bloeiperiode tijdens het interbellum met zijn Roman Oudenaards bruin bier. Na de tweede wereldoorlog kwam Roman terug met de succesvolle Romy Pils. In de jaren '80 van vorige eeuw stapte het bedrijf mee in de trend om speciale bieren te produceren. Het eerste was Sloeber (1983), gevolgd door de Ename-abdijbieren in de jaren ’90. In 2003 herlanceerde de brouwerij het bruine bier Roman Oudenaards onder de naam Adriaen Brouwer.

Het blonde degustatiebier Gentse Strop is de nieuwste telg in het gamma van de familiebrouwerij. Het is sinds deze maand pas beschikbaar in de horeca. Met dit nieuwe bier wil Roman een eerbetoon brengen aan de bijnaam van de Gentenaars. Keizer Karel vormt de rode draad in het verhaal van Gent en Oudenaarde waar Roman gevestigd is. Keizer Karel vernederde de notabelen van Gent in 1539, omdat ze tegen zijn (oorlogs)belastingen waren opgestaan, door ze te laten rondgaan met een strop om de hals. Oudenaarde is dan weer de geboortestad van Margaretha van Parma, de buitenechtelijke dochter van Keizer Karel. En Brouwerij Roman zelf ontstond in 1545, in volle Keizer Karel-tijdperk. De brouwerij wil van de Gentse Feesten profiteren om hun bier bij een breed publiek bekend te maken.

Vikking (8,5 %) - Boelens, Belsele

Brouwerij Boelens is al sinds het einde van de negentiende eeuw aktief in het Oost-Vlaamse Belsele, en nog steeds 100% een familiebedrijf van de familie Boelens. De familie Boelens bestond uit graanhandelaars, mouters en bierbrouwers en waren eigenaar van een brouwerij in Lokeren. Een tiental kilometer verder in Belsele, bezat familie De Meester brouwerij De Valk. Deze twee families liggen aan de basis van de huidige Huisbrouwerij Boelens. Ergens na 1850 werd in de Kerkstraat (waar nu nog steeds de brouwerij gelegen is) brouwerij De Meester-Boelens opgericht. De oprichter was een De Meester, zijn vrouw een Boelens. Kinderen waren er niet, en bij het overlijden van De Meester, verhuisde een neef van de vrouw, Henri Boelens, van Lokeren naar Belsele om daar zijn tante te helpen om de zaak verder zetten. Deze Henri Boelens is de grootvader van de huidige brouwer, Kris. Henri trouwde met een nicht van de overleden brouwer De Meester. In 1897 nam Henri Boelens de brouwerij officieel over, en de naam De Meester-Boelens veranderde in Boelens-De Meester. In 1915 werd de brouwketels van Brouwerij Boelens aangeslagen door de Duitsers. De familie Boelens kon echter met de toelating van de bezetter verder bottelen, na aankoop van zijn drank bij andere brouwerijen. Na de Eerste Wereldoorlog bleef men verder werken met het bottelen alleen, en dit tot midden 20e eeuw. Daarnaast fungeerde het bedrijf ook als bierhandel. Even voor de Tweede Wereldoorlog overleed Henri Boelens en zijn zoon Hubert nam de zaak over. Hubert Boelens was tevens burgemeester van Belsele van 1948 tot 1958. Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de meeste kleine brouwerijen door overname van de grotere spelers. Brouwerij Boelens veranderde van strategie en stopte met de huis-aan-huis bedeling van bier door over te schakelen op self-service.
Ondertussen rijpte het idee bij zoon Kris Boelens om met een eigen streekbier terug op de markt te komen en opnieuw zelf te brouwen. In 1993 startte men terug met het ambachtelijk brouwen, voor het eerst sinds 1915. Tot eind 2010 draaide men een omzet van 1.000 hectoliter (100.000 liter) per jaar. Begin 2011 kocht brouwerij Boelens een nieuwe brouwzaal en nieuwe lagertanks. De capaciteit steeg daarmee naar 25 hectoliter (2.500 l) per brouwsel, maar aangezien ze met de nieuwe installaties twee brouwsels per dag kunnen realiseren is de capaciteit dus 50 hectoliter (5.000 l) per brouwdag. Op 20 dagen kunnen ze dus hun volledige vroegere jaarproductie realiseren.

Het bier Vikking is een idee van Sammy Bruggeman uit Hamme. De naam moest met twee K’s geschreven worden om er een patent op te kunnen nemen.
De naam is gekoppeld aan de legende van de Hamse Wuiten. Heel lang geleden ving een inwoner van Hamme een Vlaamse gaai en leerde hem spreken (wuiten is blijkbaar een naam voor een sprekende Vlaamse Gaai). De vogel werd echter ontvoerd door Vikingen die op strooptocht door de streken dwaalden. Jaren later kwam deze Wuiten toevallig in handen van een schipper. Deze had hem, met kooi en al, gekocht voor minder dan een schijntje en dacht een koopje gedaan te hebben.  Doch praten deed de vogel nooit.  Tot op de dag dat de schipper vanuit de Schelde de Durme opvoer en de spitse Hamse kerktoren opdoemde achter de laatste bocht in de rivier. Toen begon de vogel plots te roepen: "Kwek, kwek, 'k hein Ham gezien". 't Was  schrikken dat deze vogel die nooit meer sprak, opeens zijn radde tong terugvond en onophoudelijk ratelde: "Kwek, kwek,'k hein Ham gezien!" eens hij terug in Hamme was. De voorstelling van de Vikking Tripel vond plaats in het Wuitensnest, het lokaal van de folkloristische groep Die Hamse Wuitens, en het Wuitensschip, een replica van een heus Vikingschip. In het bier werd kaneel verwerkt.
Rebel Local (8,5 %) - Brouwers Verzet (Anzegem) in de ketels van Gulden Spoor, Gullegem

Brouwers Verzet is een zeer jonge bierfirma die pas eerder dit jaar startte. Alex Lippens, Joran Vanginderachter en Koen Vanlancker studeerden in 2008 samen af aan de brouwerijschool van Gent. Vrijwel onmiddellijk na hun diploma in ontvangst te hebben genomen, waren ze allen werkzaam in een professionele brouwerij: Alex Lippens bij Bockor, Joran eerst bij Van Honsebrouck, maar nu ook bij Bockor, en Koen bij De Proefbrouwerij.
Al snel begon het te kriebelen om ook eens hun eigen goesting te doen en wat te experimenteren in de vrije tijd, en zo is ook de naam ontstaan: naast de werkzaamheden in een grote brouwerij wilden ze eens hun eigen ding doen zonder opgelegde recepten te volgen. Een verzetje van de brouwers, ofwel: Brouwers Verzet.
De bieren die ze op de markt brengen, zijn qua recept door de drie vrienden ontwikkeld en ook door hen zelf gebrouwen. Maar investeren in een eigen brouwinstallatie was te hoog gegrepen, en daarom huren ze de installatie van Brouwerij Het Gulden Spoor (zie bier Manten van daarstraks) in Gullegem. Daar mogen ze onder het waakzaam oog van de brouwer zelf alles bedienen om de bieren te brouwen.
Rebel Local is het eerste bier van de 3 jonge brouwers, dat in april van dit jaar werd voorgesteld. Het licht bittere karakter dankt de Rebel Local aan het gebruik van Hallertau-hop in de kookketel. Het bier heeft een lichtzoete en florale afdronk en geur door de toevoeging van een subtiele aroma-hop tijdens de lagering, het zogenaamde dry-hoppen. Het etiket vermeldt de bierstijl "India Pale Ale", maar de brouwers zeggen zelf dat het bier geen klassieke IPA is door de meer subtiele bitterheid en lichtere kleur. In de pers wordt ook het gekende verhaal achter de India Pale Ale gedaan: al het bier voor de Britse koloniën in India moest met schepen gebracht worden. Deze zeilschepen waren toen bijna vijf maanden onderweg langs Kaap de Goede Hoop, te lang om het gewone bier goed te bewaren. Vandaar dat er meer hop aan het exportbier werd toegevoegd, en het op hogere alcoholpercentages werd gebrouwen, zodat het bier langer houdbaar bleef en niet slecht werd voor het in India aankwam. Uiteindelijk werd dit meer bittere bier ook populair in Engeland zelf.
Het is een mooi verhaal dat in biermilieus wel vaker wordt verteld, maar het is helaas niet waar. Een IPA uit die tijd was niet sterker in alcohol dan de gangbare porter, en in de 18de eeuw werd al langer bier verscheept naar India, dat in goede conditie aankwam, van gewoon bruin bier tot sterkere porter. Dat was de reden dus niet. De oorsprong van IPA ligt in de "stock bitter" die toen gebrouwen werd, een meer gehopt bier, waarvan het de bedoeling was om lange tijd te verouderen. Het was eigenlijk dit bier dat de handelaars kochten om in India te verkopen. Door de lange reis langs Kaap de Goede Hoop, en het maandenlang golven op de oceaan, onderging het bier in het vat een soort veroudering die overeenkwam met een rijping van enkele jaren in een kelder. Op die manier kwam het in topvorm in India aan. Een IPA werd dus niet "ontworpen" om de lange reis te doorstaan, het was eerder puur toeval. Maar het bier viel in de smaak, en de brouwers begonnen dus zwaarder gehopte bieren te brouwen op commissie voor India-vaarders.