Algemene degustatie - vrijdag 21 februari 2014
(flyer: klik hier)
 
Hommelbier Limited Edition Nieuwe Oogst (7,5 %) - Brouwerij Van Eecke, Watou

Brouwerij Van Eecke is gelegen in Watou, een deelgemeente van Poperinge. De brouwerij werd in 1862 opgericht op een terrein waar al sinds de 17e eeuw wordt gebrouwen. In 1629 werd Watou tot graafschap verheven. Karel van Ydeghem en echtgenote Maria van Cortewyle waren de eerste graaf en gravin van Watou, door het toedoen van de Franse koning Lodewijk XIV. Hun zoon Johannes, tweede graaf van Watou, liet een prachtig kasteel bouwen met aanhorige brouwerij. Tijdens de Franse revolutie, plunderden Franse troepen het kasteel en de brouwerij en staken deze in brand. De graven ontliepen de guillotine door te ontsnappen naar Engeland. In 1820 werd de brouwerij door een lokale boer herbouwd onder het motto: "Revolteer al wat je wil, maar wij hebben bier nodig!". De brouwerij kreeg de naam de Gouden Leeuw en werd uitgebreid met een afspanning voor de paarden en een logement. In 1862 komt de familie Van Eecke door een huwelijk in het bezit van de brouwerij, en zij begonnen met het brouwen van hoge gistingsbieren.
Na de tweede wereldoorlog kreeg Van Eecke bekendheid met haar lijn abdijbieren Kapittel (Pater, Dubbel, Prior, Abt). In 1962 kwam de familie Leroy uit Boezinge door erving in het bezit van de brouwerij Van Eecke. De familie Leroy, bekend van de huidige brouwerij Leroy (ook Het Sas genoemd) was toen aan de vijfde generatie van brouwers in de familie.
In 1995 wordt beslist om de botteling van de bieren over te hevelen naar de moderne afvulinstallaties van het dochterbedrijf Leroy-Het Sas in Boezinge. Vandaag de dag zijn de brouwerijen Van Eecke en Leroy nog steeds in handen van dezelfde familie Leroy en worden geleid door ondertussen de 7e generatie brouwers; Hendrik en Philip Leroy. De brouwerijen gebruiken hun eigen giststammen die gekweekt en gecultiveerd worden in het labo te Boezinge.

Voor het Hommelbier Nieuwe Oogst wordt verse hop gebruikt.
Van Eecke brouwt dit bier met vers geplukte hopbellen als een eerbetoon aan de Poperingse hoppe en de Poperingse hopboeren! Meester-brouwer Luc Lignel, zoon van de vorige generatie brouwmeesters werd hierin bijgestaan door brouwmeester/eigenaar Hendrik Leroy en brouwmeester Thomas Duyck.
Het gebruik van verse hop heeft zijn prijs. Enerzijds zijn er de speciale vervoerskosten om de hop zo snel mogelijk na de pluk in de kookketel te krijgen, anderzijds bevat verse hop veel meer water. De beperkte droging bij het Hommelbier Nieuwe Oogst heeft ook tot gevolg dat de gebruikte hop nog veel vochtiger is dan echt gedroogde hop. Dit zorgt ervoor dat de brouwer tot 4 maal meer hop nodig heeft dan gedroogde hop om dezelfde bitterheid te bekomen.
Forestinne Primoria (7,5 %) - B.G.V. Forestinne, Haillot (bij Brasserie Caracole, Falmignoul)

Michaël Vermeren en Philippe Golinvaux zijn de twee oprichters van bierfirma B.G.V. Ze leerden elkaar kennen tijdens hun studies water- en bosbeheer in Spa in 1988 en ontdekten dat ze naast de natuur nog een gemeenschappelijke passie hadden: bier. Tijdens de week proefden ze op hun kamers op het internaat de bieren die ze kochten in La Cave de Wallonie, een klein winkeltje met speciale bieren dat opengehouden werd door François Tonglet, die momenteel de brouwer is van Brasserie Caracole. Michaël en Philippe spenderen hun weekends aan brouwerij- en bierfestivalbezoeken, en beslissen al snel om samen hun eigen bier te maken, eerst met kant-en-klare brouwkits, maar nadien investeren ze in kleine plastieken vergistingsvaten, densimeters en droge gist en brouwen ze hun eerste hobbybieren in enkele kookpotten om ook aan de vraag van hun vrienden te kunnen beantwoorden. De recepten en brouwschema’s van de geslaagde brouwsels worden nauwkeurig genoteerd, met het idee om deze bieren later ooit op grotere schaal te brouwen.
Het jaar 2005 wordt in Brussel en Wallonië uitgeroepen tot Jaar Van Het Bier, en dat doet Michaël en Philippe besluiten om samen met een derde partner, Jean-Marc Boumal, een bierfirma op te richten: BGV (Boumal-Golinvaux-Vermeren). Ze nemen contact met François Tonglet van Brasserie Caracole die ze kenden van het bierwinkeltje tijdens hun studentenjaren, en hij helpt hen hun eerste officiële bier te ontwerpen.

De Forestinne Primoria is het eerste bier dat verscheen in het gamma van B.G.V. Voor dit eerste bier wilden ze een ingrediënt toevoegen dat een associatie had met hun studententijd in de afdeling water- en bosbeheer. Het bier wordt namelijk gearomatiseerd door de toevoeging van dennentopjes. Het bier is zeer zwak gehopt, zodat vooral de zoete, frisse en harsige toetsen van de dennentopjes naar voor komen, samen met een basis van lichte mout.
Hopjutters Tripel Hop (7,3 %) - De Hopjutters, Stabroek (bij De Graal, Brakel)

Biercompetities zijn populair de laatste jaren. Zowel Brouwland, de gespecialiseerde winkel voor bier- en brouwerijbenodigdheden, als brouwerij Anders! schrijven jaarlijks bierbrouwcompetities uit voor amateurs.
In 2010 werd Mouten Kop van de Hopjutters uitgeroepen tot beste hobbybier van Vlaanderen in de wedstrijd van Brouwland. In oktober 2009 kregen 40 teams, waarvan 25 studententeams, een spoedcursus brouwen van Brouwland. De teams maakten toen hun eerste bieren, en lieten die keuren door professionelen zoals mensen van Brouwland zelf, tv-kok Peter Van Asbroeck en mensen van Orval. Het winnende team kreeg 500 liter van zijn eigen bier, gebrouwen in een professionele brouwerij (’t Hofbrouwerijke).
Oorspronkelijk was het niet de bedoeling om het bier verder te commercialiseren, maar uiteindelijk gebeurde dit toch. De Hopjutters richtten een bierfirma op en lieten het bier op grotere schaal brouwen bij brouwerij De Graal in Brakel.

Hopjutter Triple Hop is het tweede bier van de Hopjutters, een blonde 'American style' IPA van 7,3 vol%. Door gebruik te maken van een intensieve aromahopping en dryhopping met 3 hopsoorten werd een smaakvol bitter bier gecreëerd, met een fruitige geur en hoppige afdronk. Dit bier werd vijfde in de consumententrofee van het Zythos Bierfestival 2012.
Excalibur IPA (6 %) - Brouwerij Anders!, Halen (voor De Bieradviseur, Diepenbeek)

Brouwerij Anders! moet niet echt meer worden voorgesteld. De brouwerij werd opgericht in 2011 en in januari 2012 werd het eerste brouwsel gebrouwen. Brouwerij Anders! heeft geen eigen bieren, maar specialiseert zich in het mee uitwerken en ontwikkelen van recepten in opdracht van de klanten: verenigingen die een eigen bier laten brouwen, steden en gemeenten die een streekbier willen lanceren, hobbybrouwers of andere opdrachtgevers die hun receptuur willen commercialiseren, bierfirma’s die bieren commercialiseren maar zelf niet over een eigen brouwinstallatie beschikken, en erkende brouwerijen wiens eigen brouwinstallatie te klein is en grotere volumes bij Brouwerij Anders! bestellen.
Brouwerij Anders! brouwt in volumes van 1000 liter (en veelvouden hiervan). Door de geautomatiseerde brouwzaal, is het mogelijk om tot 6 brouwsels per dag te brouwen. De jaarcapaciteit lag er eind 2013 op 15.000 hl per jaar.

De eXcalibur IPA werd in 2012 gelanceerd. Er worden vijf hopsoorten in gebruikt: Nugget, Perle, Zeus, Sterling en Simcoe. Simcoe-hop wordt ook gebruikt voor de dryhopping. In het aroma en de smaak merken we naast fruitige hoparoma’s van pompelmoes en citrusvruchten ook een stevige ruggengraat van karamelmouten om het geheel te dragen.
Vorig jaar kwam er ook een tweede eXcalibur op de markt, en liefhebbers konden die ook proeven op het Diesters Bierfestival van vorig jaar: de eXcalibur Black IPA. Enigszins tegenstrijdig misschien, een zwarte pale ale, maar deze nieuw uitgevonden bierstijl maakt wel furore in bierland de laatste jaren. Bij een Black IPA wordt geroosterde mout, een typisch ingrediënt van donker bier, gecombineerd met een aardige dosis hop (typisch aan de blonde IPA’s).

Wat is een India Pale Ale? Laat ons beginnen met te zeggen dat de ingeburgerde mythe dat IPA ontwikkeld werd voor de export naar India, bestemd was voor de Britse soldaten in de Indische kolonie, en dat het sterker gehopt moest zijn om de lange zeereis naar India te overleven absoluut niet waar is. Dit zijn enkel indianenverhalen die steeds maar herhaald worden omdat de realiteit nu eenmaal minder spectaculair of romantisch is.
In 1600 werd de East India Company opgericht, die uitgroeide tot de machtigste organisatie in het subcontinent, zowel op economisch als politiek vlak. Met hun 70 schepen hadden ze het monopolie op de handel tussen Groot-Brittannië en India. De officieren van de East India Company mochten voor eigen rekening handel drijven. Ze kochten in London bier, wijn, cider, parfum, glaswerk en textiel om die in India te verkopen. Ze deden dat al sinds het begin van de 17de eeuw.
Pale Ale bestond zeker al sinds 1675. In 1711 werden donkere porters en blonde ales reeds succesvol verscheept naar India. Het bier dat later I.P.A. zou heten, was een bestaand bewaarbier, een “stock bitter”, dat door de Bow Brewery pas op het einde van de 18de eeuw naar India werd verscheept. Het was sterker gehopt omdat het een bewaarbier was en in London minstens twee jaar rijpte.
De naam “India Pale Ale” werd voor het eerst pas rond 1835 gebruikt in advertenties die het bier in Groot Brittannië zelf aan de man probeerden te brengen. Het bewaarbier stock bitter bleef minstens 2 jaar goed, terwijl de zeereis naar India slechts 3 à 4 maanden duurde. Het werd dus niet sterker gehopt om de zeereis te overleven. Reeds lang voordien werden andere bieren (zelfs tafelbier) naar India verscheept. Stock bitter was een bestaand bier en werd niet voor de export ontwikkeld. Ook andere bieren kwamen in goede staat in India aan.
Phi (10 %) - Brouwerij Alvinne, Moen

Brouwerij Alvinne werd opgericht in december 2004 door Davy Spiessens en Glenn Castelein, maar de eerste stappen werden reeds gezet in 2002 toen in de tuin van één van de brouwers een schuurtje van amper 6 m2 werd ingericht als hobbybrouwerij met twee dubbelwandige ketels van de civiele bescherming als brouwketels. Na enkele hobbybrouwsels te hebben gemaakt, trokken ze naar brouwerij De Graal om een groter brouwsel te laten maken, maar zetten ze ook de eerste administratieve en financiële stappen om zelf officieel brouwerij te worden. Dit gebeurde in december 2004. In de jaren die erop volgden, werd stevig geïnvesteerd in het brouwerijtje in Ingelmunster, maar plaatsgebrek verplichtte hen in 2007 om te verhuizen naar Heule, waar ze tot 450 hl per jaar konden brouwen. In 2010 komt Marc De Keukeleire als derde partner in brouwerij Alvinne aan boord, en het jaar daarop in 2011 bereikt de brouwerij een nieuwe mijlpaal met de aankoop van een pand in Moen langs de oever van het kanaal Kortrijk-Bossuit. Een gloednieuwe brouwzaal en gistingstanks zorgen voor de noodzakelijke capaciteitsverhoging om aan de groeiende vraag te voldoen.

Alvinne dankt een groot deel van zijn reputatie aan hun eigen gist: de Morpheus-gist. Bijna geen enkele microbrouwerij in de wereld bezit zijn eigen unieke giststam. Typisch werken grote brouwerijen met hun eigen gist, kleine brouwerijen met commerciële gist. Vroeger werden giststammen wel eens uitgewisseld tussen brouwerijen, vooral via onderlinge fusies (zowel commerciële overnames als huwelijken tussen brouwerszonen en -dochters, wat schering en inslag was), dus waarschijnlijk is de genetische variatie van de Belgische biergisten niet zo heel groot. Een compleet nieuwe giststam plukken uit de natuur en die klaarmaken voor het werk in een brouwerij, is dus vrij uniek.
Marc De Keukeleire, de derde partner in Alvinne, wordt wel eens “De Gistfluisteraar” genoemd. Hij heeft een Master Degree in Food Science Engineering met een specialisatie in zuivel, en het is hij die op vakantie in de Franse Auvergne een eigen groeimedium maakte en de wilde gist “ving” in de natuur. Natuurlijk groeiden er op de voedingsbodem ook niet-gewilde gisten, en het nam vele jaren in beslag om de interessante wilde gistcultuur te selecteren en verder te cultiveren. De gist moest in staat zijn om maltose, de suiker die in mout gevonden wordt, te kunnen vergisten; de gist mocht geen negatieve smaken of aroma’s produceren; en bovendien moest de gist alcoholtolerant zijn.
De eerste testen bevestigden deze eigenschappen van de gistcultuur, en de gist werd naar de Universiteit van Leuven gestuurd om verder onderzocht te worden. Daar ontdekte men dat de gist een mengcultuur was die bestond uit twee stammen Saccharomyces cerevisiae (het standaard gisttype dat we kennen voor het brouwen van bieren van hoge gisting) en melkzuurbacteriën.
Dit is een ideale combinatie, want melkzuurbacteriën zijn dan wel ongewenst in traditionele bieren, ze worden wel gebruikt in typische zuren bieren. Vergistingen met melkzuurbacteriën en gisten samen worden gemengde vergistingen genoemd, zoals onder andere het geval is bij de bekende Vlaamse bierstijl Oud Vlaams Bruin, en Alvinne is precies gesitueerd in het hart van het geografische gebied van de gemengde gisting, namelijk het zuiden van Oost- en West- Vlaanderen.
Praktische ervaring leerde dat de melkzuurbacteriën maar beperkt de aanwezigheid van hop verdragen. Zo is ongeveer 12 EBU de grens waaronder ze kunnen overleven. Bieren die gebrouwen worden met de Morpheus-gist met een bitterheid lager dan 12 EBU hebben een eerder zuur karakter, deze met een bitterheid hoger dan 12 EBU hebben een “traditioneel” karakter. Enkel de gistcellen zijn dan aan het werk, de melkzuurbacteriën zijn door de hop afgedood. Met de gemengde cultuur van de Morpheus-gist kunnen zowel traditionele hoge gistingsbieren gebrouwen worden als zure bieren. De Morpheus-gist heeft bovendien een zeer hoge alcoholtolerantie. 

Phi is een van de nieuwste bieren in de Sour Collection van Alvinne. Voor deze degustatie hebben we gekozen voor een “pure” zurige smaak, die niet beïnvloed werd door houtrijping. De Phi werd immers gerijpt op de metalen lageringstank, niet in houten vaten. Er werd slechts zeer weinig hop gebruikt, om de melkzuurbacteriën in de Morpheus-gist niet te doden en hen vrij spel te geven in de verzuring van het bier. Voor deze reden werd dan ook alleen overjaarse hop gebruikt.
Fumette de Millevertus (6,5 %) - Brasserie Millevertus, Breuvanne-Tintigny

Brasserie Millevertus is eigenlijk een samenvoeging van 2 woorden: mille en vertus, wat vertaald wil zeggen 'duizend deugden'. Daniel Lessire werkte 25 jaar in een bank in Luxemburg, maar als gevolg van een herstructurering moest hij in januari 2003 op zoek naar een nieuwe uitdaging. Bij het nuttigen van een bier van brouwerij de Rulles, en vooral dank zij de aanmoedigingen van zijn echtgenote Jocelyne, kwam hij op het idee om een eigen brouwerij te beginnen. Hij bezocht verschillende brouwerijen, liep gedurende drie maanden stage bij brouwerij Sainte-Hélène, en investeerde in de installaties van een melkerij die hij verbouwde tot kleine artisanale brouwinstallatie in Toernich, een deelgemeente van Aarlen in de provincie Luxemburg.
Daniel heeft dan wel geen specifieke opleiding in de bier- of brouwsector gehad, maar hij heeft een passie voor de keuken en zijn intuïtieve aanwending van de ingrediënten leidde ertoe dat hij een breed gamma bieren kon ontwikkelen, vertrekkend van enkele “dorpsbieren” (La Mousse de Toernich, La Toernichoise, La Blanchette de Toernich). Gaandeweg zoekt hij ook nieuwe recepten door te experimenteren met de verschillende ingrediënten: Spelziale (met spelt), Blanchette de Lorraine (een tarwebier met mirabelle), Bella Mère, La Mère Superieure, Saxy Chili (met chili’s) en La Toernichoise Fumée (een rookbier). In 2007 wordt zijn passie beloond met een « Zilveren Roerstok » voor het bier L’Amarante, waarin zwarte pepers verwerkt werden (St. Nicolas de Port, Frankrijk).
In 2011 is de brouwerij aan uitbreiding toe en wordt er verhuisd van Toernich naar Breuvanne, deelgemeente van Tintigny, waar de brouwerij gevestigd is op het Domaine de Millevertus in Breuvanne. Daniel neemt ook Jérémie Plainchamp, een landbouwkundige, in dienst, die enkele verbeteringen in het productieproces aanbrengt, en een strakkere stijl in de bieren brengt. Alle naamsverwijzingen naar de vroegere vestiging in Toernich verdwijnen om plaats te maken voor de referentie naar “Vertus” en in mei 2012 wint hun bruine bier La Douce Vertus de titel « Best Belgian Beer of Wallonia ».

La Fumette is een gematigd rookbier. De met hout gerookte mout die voor dit bier gebruikt wordt, komt uit Duitsland, en wordt gecombineerd met 5 andere moutsoorten voor een opvallende, maar vooral evenwichtige rooktoets. Voor het bier worden ook 4 hopsoorten gebruikt. La Fumette won twee prijzen in 2013: de « Zilveren Roerstok » (St. Nicolas de Port, Frankrijk) en de bronzen medaille op de Belgian Beer Awards Digitaal.
Triporteur Belgian Oak (9,2 %) - BOMBrewery, Bree (bij Brouwerij Anders!, Halen)

BOMBrewery staat voor Belgische Originele Moutbakkerij en brouwerij, en is welllicht de eerste echte moutbakkerij ter wereld. Initiatiefnemer Bert Van Hecke bakt zijn moutsoorten en creëert zo innovatieve en unieke mouten, speciaal ontworpen voor de bieren die BOMBrewery op de markt brengt.
Bert Van Hecke is begonnen als huisbrouwer. Later leerde hij het vak in de brouwerijen van Orval en Rodenbach, en was hij even keldermeester bij Boon. Ook bij Sint-Bernardus heeft hij een tijd gewerkt; daar ontwierp hij de Abt 12 Special Edition. Hij was verschillende keren jurylid tijdens de World Beer Cup en werkte een tijd in Amerika bij New Belgium.
Tijdens zijn tijd bij Rodenbach vond hij inspiratie in ‘den eest’ die ze er vroeger gebruikten om hun eigen mout te maken. Bert kocht een koffiebrander en paste deze aan om er zijn eigen mouten mee te creëren. Hij koopt merkloze mout en bakt of roostert die op verschillende temperaturen in functie van elk afzonderlijk bier, eventueel in combinatie met andere grondstoffen zoals suiker, kruiden en andere granen. Mout die op lage temperaturen wordt gebakken, wordt zacht en licht; indien geroosterd op hogere temperaturen wordt hij donkerder en intenser. De gebakken mout wordt daarna binnen de 48 uur verwerkt in het bier en is dus supervers.
Bert creëert voor elk bier een eigen recept. De zelfgemaakte mout, die speciaal voor het bier wordt ontworpen vormt de basis van de samenstelling. Deze mouten zijn dus uniek en artisanaal huisgemaakt. De grondstoffen die BOMBrewery gebruikt (granen, basismouten, suikers en hop) worden zorgvuldig gekozen, om ervoor te zorgen dat de ingrediënten in een groter geheel passen en er niet een bepaald overheersend ingrediënt is. Het bakken van mout of granen om zo op maat gemaakte speciaalmout te creëren is uniek in België.
De Triporteur-bieren zijn de basisbieren in hun gamma. Daarnaast lanceerde BOMBrewery recentelijk ook een speciale bierlijn met eenmalige producten. Deze bieren worden gebrouwen met eenmalig geroosterde mouten of granen en verschijnen onder de groepsnaam Special Roast Series. Van de reguliere Triporteur-bieren zijn inmiddels twee varianten uitgekomen: de blonde Triporteur From Heaven en de donkere Triporteur From Hell.

Triporteur Belgian Oak is het eerste bier in een nieuwe reeks van “special roasts”. Met deze Special Roast-serie wil BOMBrewery uitpakken met een reeks van meer experimentele bieren. Elke special roast bevat een speciaal geroosterd ingrediënt dat het bier een unieke smaak en karakter
geeft. Voor deze Belgian Oak roostert Bert Van Hecke het hout van de Belgische eik op verschillende temperaturen.
Voor dit bier werd ook Belgische donkere en witte kandijsuiker gebruikt, en Belgische cassonade. Hopsoorten zijn Styrian Golding, East Kent Golding en Cascade. Voor Triporteur Belgian Oak ontwikkelde BOMBrewery twee speciale mouten: SRBO (Special Roast Belgian Oak) en SRBOW (Special Roast Belgian Oak Wheat): een gerstemout en een tarwemout werden gedurende lange tijd vrij intensief gebakken zodat ze net niet naar het gebrande toe gaan. Tijdens het roosteren werd dan een beperkte hoeveelheid eik toegevoegd.
Ambetanterik (11 %) - Het Alternatief, Izegem (bij Alvinne, Moen)

Piet Salomez heeft van kindsbeen af met bier te maken. Zijn vader was immers bierhandelaar in de jaren 1960, en bovendien een van de weinige bierhandelaars die zich specialiseerden in de kleine brouwerijen, waarvan er toen niet al te veel meer overbleven. Vaak ging hij op zaterdag naar een brouwerij ergens in België om er speciale bieren op te halen, en Piet vergezelde hem dan steeds.
In 2000 richtte Piet samen met twee andere mensen de bierproeversclub H.I.C. (Heerlijk Intens Consumeren) op, en verdiepte hij zich samen met zijn vrouw Christine verder in het bier. Piet Salomez volgde een cursus voor hobbybrouwers bij Brouwerij Alvinne en brouwde zijn eerste bier voor een wedstrijd voor amateurbrouwers. Dit bier werd winnaar in de categorie “blond” en er werd een eenmalig brouwsel van 400 liter van dit bier gebrouwen bij Alvinne (toen nog in Ingelmunster). Piet en Christine kregen zoveel positieve reacties op het bier dat ze besloten het bier, dat ze Hik Blond hadden gedoopt, te commercialiseren, en ze richtten bierfirma Het Alternatief op in 2005, met Christine als zaakvoerder. Het Alternatief gebruikt hoofdzakelijk de ketels van brouwerijen Alvinne (Moen) en De Graal (Brakel) voor de productie van hun bieren.
Gaandeweg ontwikkelt Het Alternatief ook meer speciale bieren. Na de vrij klassieke Hik Blond en Donker en de Piet-Agoras, komt eerst de Eerwaarde Pater: een donkerbruin bier dat op eikenhout wordt gelagerd en toetsen van gebrande mout combineert met een vineus, porto-achtige smaak. Daarna volgen een stevige stout (Ambetanterik), een tripel IPA (Bittere Waarheid) en Onbekend en Onbemind, een bier dat gedurende verschillende maanden op bourgognevaten mocht verouderen. Het Alternatief ontwikkelde ook een Spéciale Belge (Tatsevoet), en legt zich de laatste jaren ook toe op erg hoppige bieren die iets lager zijn in alcohol. Phaedra (zie laatste Diesters Bierfestival) en Cuvée Nelson met de sappige Nieuw-Zeelandse hopsoort Nelson Sauvin zijn daar mooie voorbeelden van. Op het laatste Zythos Bierfestival stelde Het Alternatief ook de Château Migraine voor. Het basisbier hiervoor werd gebrouwen bij De Graal, lagerde toen 1 jaar lang op wijnvaten, en werd toen gemengd met de imperial stout Mano Negra van brouwerij Alvinne.

Ambetanterik is een stout van 11 vol. % alc. Het is een vrij toegankelijke stout, met toetsen van donkere chocolade, koffie en cichoreibitterheid in de smaak. De gebrande mout werd zorgvuldig gedoseerd om niet te gaan overheersen. Kleur 144 EBC. Bitterheid 43 EBU.
Vandaag de dag denkt iedereen bij een stout meteen aan een zwart bier, met veel gebrande mout die zorgt voor toetsen van bittere chocolade en koffie in smaak en aroma.
Maar de oorsprong van het woord stout betekent gewoon “sterk”, het was een adjectief om het sterkste bier in het gamma van een brouwerij aan te duiden. Stout was oorspronkelijk dus geen bierstijl, maar een aanduiding van een alcoholgehalte. Zo waren er in de 18de eeuw, tot aan het begin van de 19de eeuw, bijvoorbeeld “stout porters” (de sterkste porter), maar ook “stout ale” (de sterkste ale). Stout kon om het even welk biertype zijn, het kon blond of donker zijn, zolang het maar sterk was. Gaandeweg werd stout wel met donkere bieren geassocieerd omdat de porterbrouwerijen het woord veel meer gebruikten bij het benoemen van hun sterke bieren dan de pale ale-brouwers. En het duurde nog tot de tweede helft van de 19de eeuw voordat stout evolueerde tot een aparte bierstijl, toen de receptuur begon af te wijken van die van porter. Voor stout gebruikten ze dan minder geroosterde mout en lieten ze de einddensiteit stijgen om meer restsuikers over te houden, waardoor stout zoeter werd dan porter.


(...)