Algemene degustatie - zaterdag 4 december 2010
(flyer: klik hier)
 


De abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle behoort tot de Orde van de Cisterciënzers, gemakshalve ‘de trappisten’ genoemd naar de Normandische abdij La Trappe. Op vrijdag 6 juni 1794 vestigden tien monniken zich op het landgoed “Nooit Rust” aan de oude baan tussen Antwerpen en Turnhout, met als doel er een klooster te vestigen onder de strikte en primitieve observantie van Cîteaux. Ze waren afkomstig uit Val-Sainte, en eigenlijk onderweg naar Canada om daar een klooster te gaan stichten. Te voet en per postkoets, onderweg bedelend om hun reis te bekostigen, doorkruisten ze de Nederlanden, maar ze geraakten nooit op het schip naar Canada: wegens de politieke verwikkelingen tussen Frankrijk en de Nederlanden waren er geen overtochten meer.
Hun verblijf op Nooit Rust was van korte duur: 6 weken later moesten ze Westmalle reeds verlaten omdat de Fransen België waren binnengevallen en een confrontatie met het Franse leger voor Franse uitwijkelingen veel te gevaarlijk zou zijn. Gedurende 8 jaar zwierven ze voornamelijk door Oost-Europa en Zwitserland, om daarna met 12 naar Westmalle terug te keren en een klooster te bouwen. Even moesten ze weer weg toen Napoleon in 1811 alle Trappistenkloosters liet opheffen, maar na zijn verdrijving drie jaar later konden de monniken voorgoed naar Westmalle terugkeren.


In 1836 werd het klooster verheven tot trappistenabdij. Vanaf dan mochten de monniken de volksdrank van de streek drinken bij hun maaltijd, en in Vlaanderen was dat… bier. Datzelfde jaar nog startte de abt met de bouw van een kleine brouwerij, en in december werd voor het eerst het zelfgebrouwen bier geserveerd bij de maaltijd. Het bier werd toen nog uitsluitend voor eigen gebruik gebrouwen en was een soort tafelbier zoals dat bij de gewone man op tafel kwam.

Pas vanaf 1856 verkochten de monniken af en toe wat bier aan de poort. Vanaf dan brouwden ze twee verschillende bieren: een lichtalcoholisch witbier als tafelbier en een iets zwaarder bruin bier. De vraag nam toe zodat de brouwerij moest uitbreiden. In 1921 beslisten de monniken hun bier te verkopen via bierhandelaars. Vanaf 1926 werd het recept van hun bruin bier vernieuwd waardoor het evolueerde in de richting van de huidige dubbel. Als tafelbier van de monniken werd het witbier vervangen door de Extra Gersten, de voorloper van deze huidige Extra. In 1934 namen ze een nieuwe brouwzaal in gebruik en brouwden ze ter gelegenheid van de voltooiing ervan een superbier, de voorloper van de huidige tripel. Ter bevordering van de kwaliteit werd nadien nog voortdurend gemoderniseerd en geautomatiseerd. Ondanks dit alles heeft Westmalle, net als Westvleteren, nog steeds een plafond op haar productie. Hierdoor kan het gebeuren dat een verdeelpunt soms tijdelijk zonder stock komt te zitten; maar de monniken vinden het belangrijker dat hun lekenmedewerkers op een redelijk uur naar huis kunnen en zo voldoende tijd overhouden voor hun familiale en sociale leven.
Dit bier, de Extra, wordt slechts tweemaal per jaar gebrouwen en is alleen bedoeld voor intern gebruik: dit bier drinken de monniken en de gasten van de abdij bij het middagmaal.

Viven Ale (5%) - Viven, Sijsele (gebrouwen bij de Proefbrouwerij, Lochristi)

Viven werd opgericht in 1999 door Willy De Lobel uit Vivenkapelle, een deelgemeente van Damme. Hij ontwikkelde een recept voor een blond bier “Kapel van Viven” en een donker bier “Klooster van Viven”. Bij gebrek aan een brouwinstallatie belandde hij in “De Proefbrouwerij” waar hij zijn bier liet brouwen. In 2003 wilde hij zijn tijdrovende hobby doorgeven aan een jonge, ambitieuze ondernemer. In een andere Damse deelgemeente, Sijsele, had Tony Traen net de drankenhandel van zijn ouders overgenomen, en hij vond dit bier een verrijking voor het bedrijf, dus nam hij bierfirma Viven, het bier en de recepten over. Sindsdien hebben de bieren enkele ontwikkelingen ondergaan: een fonkelnieuwe look, een verbeterd recept voor het donkere bier, en een nieuwe naam: voortaan heten de bieren kortweg Viven Blond en Viven Bruin. De recepten hiervan zijn relatief eenvoudig, en ze worden gebrouwen met Poperingse hop.

In 2009 was de tijd rijp voor een uitbreiding van het Viven-gamma. De idee om onze Vlaamse brouwkunst toe te passen op niet-Vlaamse bieren liet Tony niet los: hij wou één lichtalcoholisch en vlot doordrinkbier en twee niet-alledaagse bittere bieren. Samen met Dirk Naudts van de Proefbrouwerij ontwikkelde hij de veelbelovende recepten van de Viven Ale, Viven Porter en Viven Imperial IPA, die sinds 2010 op de markt zijn. De recepten van deze nieuwe creaties zijn meer experimenteel: de porter maakt gebruik van Amerikaanse bitterhoppen, de IPA van Amerikaanse aromahoppen zoals Simcoe en Tomahawk, en deze Ale gebruikt Engelse hoppen (EK Goldings). De bedoeling van de “Ale” is een lichtalcoholisch bier te zijn met een matige maar subtiele bitterheid die vooral in de nasmaak aangenaam blijft hangen. De fruitige toets moet het toegankelijk maken voor het brede publiek; het is ook de bedoeling om dit bier als een soort “receptiebier” te promoten.

Jack-Op (5,5%) - Boon, Lembeek (onder licentie AB InBev)

Het legendarische bier Jack-Op blijft onlosmakelijk verbonden met de gemeente Werchter en de brouwerij Jack-Op (vroeger “De Palmboom” genoemd). Oprichter Felix Van Roost kreeg van de pastoor, die zelf uit een brouwersfamilie kwam, de nodige kredieten om zijn brouwerij industrieel uit te bouwen. Hij brouwde in 1869 zijn eerste bier, een bruin versnijbier op basis van lambik. Het bier viel geweldig in de smaak en het bedrijf groeide; de brouwerij bracht welstand en werkgelegenheid voor de plaatselijke bevolking op een moment dat de scheepvaart op de Dijle en Demer taande. Het hele dorpsbeeld van Werchter werd door de brouwerij bepaald; in 1924 was het zelfs de 7de grootste brouwerij van België. Jack-Op was in Leuven het studentenbier bij uitstek. Ook Ernest Claes bejubelde het bier in zijn boeken.
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de brouwerij het moeilijk. Er waren familietwisten, maar ook de opkomst van pilsbieren deed Jack-Op geen goed. De brouwerij ging in 1953 in liquidatie en werd overgenomen door brouwerij Caulier. Die ging op haar beurt op in Brasserie de Ghlin, maar in Werchter viel het doek in 1968. De licentie werd achtereenvolgens verkocht aan Brabrux, De Neve en Vandenstock (Belle-Vue), die vervolgens werd overgenomen door Artois waardoor de Jack-Op in de InBev-stal belandde. Een storm van protest ontstond toen AB InBev in 2008 stopte met de productie van Jack-Op omdat ze het bier “te kleinschalig” vonden (de Leuvense studenten dronken intussen namelijk ander bier). De Rotselaarse burgemeester Dirk Claes kreeg echter toelating van AB InBev om het bier opnieuw te laten brouwen, zij het onder licentie en in beperkte oplage van 20.000 flesjes per jaar, die enkel in de regio te verkrijgen zijn. Deze nieuwe versie van Jack-Op wordt nu gebrouwen bij Boon en is sinds mei van dit jaar opnieuw te verkrijgen.
Mensen die de oude Jack-Op gekend hebben, zeggen dat deze nieuwe versie van Boon niet erg goed lijkt op die van InBev. Maar de versie van InBev leek waarschijnlijk al helemaal niet op de originele Jack-Op uit Werchter; niemand heeft namelijk de juiste samenstelling van het oorspronkelijke bier kunnen bemachtigen. Op het ogenblik dat de brouwerij in de jaren ’50 werd overgenomen, werd het recept niet doorgegeven. Het enige dat de documenten vrijgeven, is dat het bier lang moest rijpen in grote vaten, wat erop wijst dat er een soort van spontaan gegist bier of een bier van gemengde gisting werd gebrouwen in Werchter. Dit spontaan gegist bier werd dan versneden met bruin bier.


Smiske (7%) - Smisje, Mater

Brouwerij Smisje werd in 1995 opgericht als brouwerij De Regenboog door drukker Johan Brandt, in de achterkeuken (12 m2) van zijn huis/drukkerij in Assebroek (Brugge). Aangezien hij ook imker was, werd zijn eerste bier een honingbier dat de naam “Smisje” kreeg omdat er vroeger in het gebouw een smidse gevestigd was. De eerste brouwzaal van slechts 120 liter bleek heel interessant om te experimenteren, en op 13 jaar tijd presteerde Johan het om 19 verschillende bieren op de markt te brengen. Hij kwam er echter achter dat er geen enkele bierwinkel geïnteresseerd is om 19 verschillende bieren in haar assortiment op te nemen. Bovendien was de rotatietijd veel te lang, zodat zijn bieren dikwijls verouderd smaakten. In 2008 werd het aantal Bieren teruggebracht van 19 naar 9, waarna hij nog een tiende bier toevoegde. Met 10 bieren was zijn assortiment echter nog steeds te groot.
Midden 2008 werd een punt gezet achter brouwerij De Regenboog in Assebroek, om verder te gaan als brouwerij Smisje in een oude limonadefabriek in Mater, door Johan en zijn gezin eigenhandig omgebouwd werd tot brouwerij. Het bier dat hij er brouwt, is zeer zuiver en lokaal: het brouwwater komt uit een natuurlijke erkende bron, de St. Amelberga-bron, de hop is hoofdzakelijk Belgisch, de gist is eigen aan de brouwerij en wordt eigenhandig opgekweekt, en er zijn geen kunstmatige toevoegingen.
Door de grootte van de brouwerij (2 X 22hl per brouwsessie), zag Johan zich genoopt om nog verder het aantal bieren af te bouwen. 2010 was een keerpunt voor de brouwerij: alle bestaande bieren verdwenen uit het assortiment, behalve het Kerstbier. Johan lanceerde het nieuwste bier: Smiske. Voortaan zou Smisje zich dus beperken tot één enkel bier.

Smiske is een bitterig bier van 7 vol.% Alc. dat uitsluitend wordt gehopt met Vlamertingse hop. De bitterige smaak fuseert optimaal met de fruitige SMISJE-gist. De fles heeft geen etiket, maar het decor is erin gebakken. Met de slogan ‘Nature-Ale’ wordt verwezen naar de natuurlijke ligging van de brouwerij. Doordat de brouwerij zich nu slechts op één bier moet concentreren is het gemakkelijker om de kwaliteit te verzorgen.


Eeuwige Liefde (7%) - DijkWaert, Herentals

In een uitloper van de Herentalse industriezone, midden in een landelijke omgeving die vol zit met KMO’s zou je niet meteen een ambachtelijke huisbrouwerij verwachten, maar sinds kort is die er wel. Hans Wierts en Carine Van Dyck verbouwden een deel van hun huis tot brouwerij, waar ze niet alleen bier, maar ook fruitige wijnen, aperitieven en kruidendranken produceren, naast een aantal ambachtelijke producten zoals kriekenconfituur. Het belangrijkste voor Hans en Carine is dat hun producten zo natuurlijk mogelijk moeten zijn, gemaakt met zo weinig mogelijk chemie, en dat ze zoveel mogelijk zelf willen doen, soms tot het plukken van de vruchten toe.
Om te beslissen of ze bier of wijn zouden commercialiseren, besloten Hans en Carine een marktonderzoek te doen om na te gaan waarin de mensen het meest geïnteresseerd waren. Daaruit bleek meteen een duidelijke voorkeur voor de bieren, dus was de beslissing snel gemaakt om een professionele brouwinstallatie aan te schaffen en in hoofdzaak een brouwerij te worden. In juli 2010 verkregen ze hun vergunning van Voedselveiligheid. De brouwerij kreeg de naam DijkWaert: “dijk” is afgeleid van de familienaam van Carine, en “waert” verwijst naar de familienaam van Hans en naar de waard van een café.
Aanvankelijk was het de bedoeling om tweemaal per maand te brouwen. De vraag naar het bier bleek echter groter dan verwacht, waardoor het nu al nodig is om elke week te brouwen. Ondanks dat succes willen ze toch absoluut kleinschalig blijven. De relatief kleine installatie (250 liter) biedt hen de mogelijkheid om brouwsels op maat te maken, bijvoorbeeld voor bedrijven, restaurants of bierverenigingen.
Dit bruine bier was in feite speciaal gebrouwen voor het huwelijksfeest van Hans en Carine begin juni en werd daarom “Eeuwige Liefde” gedoopt.


Gruut Bruin (8%) - Gruut, Gent

Brouwerij Gruut werd op 4 april 2009 in Gent geopend door brouwster Annick De Splenter, een afstammeling van de familie De Splenter die vroeger eigenaar was van brouwerij Riva in Dentergem. De brouwerij ontleent haar naam aan het middeleeuwse gebruik om gruut in plaats van hop te gebruiken om het bier te kruiden. Gruut of gruit was een kruidenmengsel dat de bittere smaak aan bier gaf, en waarvan de samenstelling verschilde per brouwerij en per regio, in functie van de lokale plantengroei: gagel (het bier Gageleer is hiervan een uitstekend voorbeeld), duizendblad, dennentoppen of dennenhars, moerasspirea, wilde tijm, jeneverbes, sleutelbloem, salie, rozemarijn, laurier, karwijzaad, anijs, zoethout of koriander.
Later ontstond het “gruutrecht”. In eerste instantie bestond dit uit het recht om zijn eigen gruutmengsel samen te stellen, maar later werd dit vertaald in een belasting of accijnzen op het bier. Vandaar dat er ook gruut-muntstukken geslagen werden. Het logo van brouwerij Gruut is trouwens een afbeelding van zo’n muntstuk.
Stadsbrouwerij Gruut gebruikt ook gruut in de moderne brouwinstallatie, samen met of in de plaats van hop. Om de hop in het bier te kunnen weglaten, moest er gezocht worden naar kruiden die de verschillende eigenschappen van hop in bier kunnen vervangen: bitterheid, bewaarbaarheid en schuimstabiliteit. Bovendien mochten ze geen negatief of storend effect hebben op de geur, kleur en smaak van het bier. Uit 27 kruiden werden er uiteindelijk drie geselecteerd die “de gruut van Gruut” geworden zijn.
De brouwerij brouwt momenteel 4 bieren: Gruut Blond, Gruut Wit, Gruut Amber en deze Gruut Bruin. Binnenkort komt er nog een vijfde bier: Gruut Inferno. Gruut Blond wordt volledig gebrouwen zonder hop; de andere bieren bevatten naast het kruidenmengsel voorlopig nog hop, maar het is de bedoeling die ook stilaan af te bouwen. Deze Gruut Bruin, het vierde bier van de brouwerij, is nieuw sinds 2010 en bevat naast het gruut ook diverse notensoorten.




Keizer Karel zei ooit: “Ik kan beter tegen het sap van de dochter van de korenaar, dan tegen het bloed van de druiventros”, waarmee hij wou zeggen dat hij bier prefereerde boven wijn. Deze uitspraak gaf meteen de naam voor de brouwerij die in 2007 zijn deuren opende in Baarle-Hertog, de Belgische enclave in Nederland. Brouwer Ronald Mengerink wilde eerst een brouwerij beginnen in Nederlands Baarle-Nassau, maar omdat Nederland een kleinschalige brouwerij (een capaciteit van 15.000 liter per maand) indeelt bij de zware industrie, vestigde hij zich in het Belgische gedeelte van het dorp Baarle. De familie Mengerink woonde verschillende jaren in Bretagne, en de Franse invloed doet zich voelen in de namen van hun bieren: Noblesse, Bravoure (een van de weinige rookbieren in ons land), Embrasse, Courage, en hun nieuwste standaardbier Finesse dat werd voorgesteld op het afgelopen Zythos BierFestival in maart.
Na drie jaar bezig te zijn geweest met het veroveren van een levensvatbaar marktaandeel, was het tijd om aan ‘fun-brewing’ te gaan doen: experimenteren! Eerst liet Ronald het bier Embrasse drie maanden lang op gebruikte whisky- en cognacvaten rijpen, met als resultaat de Embrasse Oak Aged. Een tweede experiment was deze Noblesse Extra-Ordinaire. Daarvoor brouwde Ronald zijn Noblesse met andere verhoudingen in de moutsoorten, geïnspireerd op de verhoudingen in Amerikaanse IPA’s, waardoor het bier een hoger alcoholpercentage kreeg dan de standaard Noblesse. Ook werd er meer hop gebruikt: Noblesse Extra-Ordinaire is gehopt met 5 soorten hop, op 4 verschillende tijdstippen, op drie verschillende manieren.


Noblesse Extra-Ordinaire (7%) - De Dochter Van De Korenaar, Baarle-Hertog
Westmalle Extra (4,8%) - Brouwerij van de Abdij der Trappisten, Westmalle


Night Owl (14,7%) - Alvinne, Heule

Alvinne staat alweer voor een belangrijke mijlpaal in hun korte bestaan. Opgericht in december 2004 en in 2007 verhuisd naar een groter pand in Heule, blijkt de brouwerij opnieuw met een nijpend plaatsgebrek te kampen. Recent kochten Glenn, Davy en Marc in Moen, langs de oever van het kanaal Kortrijk-Bossuit, een oud industrieel gebouw waar een nieuwe brouwinstallatie van 20 hl komt (de huidige is 5 hl). Zo zullen ze hun jaarproductie van 500 hl naar 1500 hl kunnen opdrijven. Als alles volgens plan verloopt, vloeit er in het najaar van 2011 Alvinne bier uit de nieuwe brouwketels.
De naam “barley wine” (of gerstewijn) wordt gebruikt voor een zeer zwaar bier dat hoog is in alcohol in vergelijking met traditionele bieren. Omdat traditionele bieren van land tot land in alcohol verschillen, is ook het begrip barley wine relatief. In Groot-Brittannië, waar de meeste bieren rond de 5% hangen, is een barley wine tussen 8% en 12%, terwijl we in België pas rond de 10 à 11% beginnen spreken over een gerstewijn.

De Night Owl werd gebrouwen op 2 juli 2010 tijdens een nocturne, ’s nachts dus. Het recept werd opgesteld door de in België wonende Amerikaan Philip Madden, die ook een hobbybrouwerij heeft, Birdsong Brewery. Aangezien nachtraven geen flauw biertje brouwen, moest het een donkere klepper worden van 15 vol % alc. Er werd van start gegaan om 18 u en er werd doorgedaan tot de vogeltjes weer floten. Het bier bevat 5 verschillende mouten (52% Belgian Pale, 21% Munich, 4% Biscuit, 4% Special B, 2% ontvelde chocolate) en werd gedeeltelijk gekleurd met donkere kandij. Het recept is een Engelse barleywine (aangepast aan Belgische normen), dus er werd hoofdzakelijk Engelse hop gebruikt: EK Goldings, die zowel bij het eerste wort werd toegevoegd, een tweede lading bij einde koking, en dan nog eens als drooghoppen. 60 minuten voor einde koking werd ook Magnum hop gebruikt.
Interessant is ook dat dit bier gebruikt werd om te testen wat de alcoholtolerantie was van hun eigen huisgist: hoe goed (of slecht) kan deze nieuwe gist tegen alcohol? Blijkbaar had de Morpheus-gist geen probleem om door te gaan tot 15%, daar waar de meeste biergisten inactief worden rond de 12% omdat ze dan door de alcohol vergiftigd worden.